Home
Forum Home Forum Home > Doe Maar > Aangeboden
  New Posts New Posts
  FAQ FAQ  Forum Search   Register Register  Login Login


Het virurs is terug: oor november 99

 Post Reply Post Reply
Author
Message
laurits View Drop Down
Top Poster
Top Poster
Avatar

Joined: 05-Februari-2006
Location: Netherlands
Points: 200
Post Options Post Options   Thanks (0) Thanks(0)   Quote laurits Quote  Post ReplyReply Direct Link To This Post Topic: Het virurs is terug: oor november 99
    Posted: 05-Oktober-2006 at 23:08

Een mooi lang artikel over het ontstaan van Doe Maar en hun succes-periode naar aanleiding van hun reunie in 2000. Veel leesplezier.

DOE MAAR – HET VIRUS IS TERUG –

Oor – 27 november 1999- auteur Ton Engelshoven

 

Hoezo eenmalige Doe Maar reünie? Er zijn er al minstens twee geweest. Een slimme Amsterdamse fan schijnt ooit eens het bandje van Ernst Jansz en dat van Henny Vrienten tegelijkertijd geboekt te hebben, waarna de fab 4 (us), inclusief Jan Pijnenburg en Jan Hendriks voor een paar nummertjes samen het podium betraden. En ook in 1992 toen de voormalige Peelse hippie-communegroep CCC in. In de melkweg een reünieconcert gaf, deelden de orginele vier het eventjes het podium. Ze zetten doodleuk Nederwiet in, maar de aanwezigen – merendeels veertigers en ouder – keken nauwelijks op of om. Geen hysterie, goddank. Weinigen zullen toen beseft dat een dergelijk historisch samenzijn Ahoy acht jaar later dertien maal zal uitverkopen. En dat was misschien maar goed ook .

 

In die dagen –eind jaren ’80, begin ’90 – zag je hem vaak in de Utrechtsestraat in Amsterdam. Hij keek niet vrolijk, schuw eerder. Een vroegoud heertje, in een grauwe regenjas, met een nononses-bril. Het kinderzitje pontificaal op iets wat je het liefst als dienstfiets zou willen omschrijven. Het leek een vermonning. En misschien was het dat ook wel. In deze wat verbitterd ogende Dorknoper viel slechts met moeite het grootste idool van de Nederlandse pophistorie te ontdekken. Henny Vrienten. Die op 3 maart 1984, nog geen maand na de abrupte stop van Doe Maar, de last van zijn roem tegen Vrij Nederland aldus beschreef:  “Ik durfde me nauwelijks meer te bewegen op het toneel. Als ik even begon te swingen, vielen de meisjes al flauw met alle consternatie van dien (…)Op het laatst stond ik als een zoutpilaar achter de microfoon, zelfs de outfit van de popster had ik wijselijk vervangen door een pak met een stropdas. Alles liet ik weg om te voorkomen dat die meisjes flauw zouden vallen, ik werd iemand anders, deed mezelf geweld aan.’

 

Blonde Henny met zijn polletje piek-haar en zijn mascara-ogen was het sekssymbool van de ene helft van jong vrouwelijk Nederland, de donkere charmant lachende Ernst was dat van de andere helft. Op het moment van het einde was het huis van Ernst in Neerkant noodgedwongen met prikkeldraad omgeven en kon Henny zich niet in het openbaar begeven zonder posterende bakvissen in zijn kielzog. Plus de rioolpers en hun camera’s. Op zoek naar roddels over Henny’s vroegere liefdesleven ( welke gebroken harten liet hij achter in het Brabantse? Was hij de Anton Heyboer van Tilburg?) Om vervolgens zijn latere letterlijke verzwelgen in de Amsterdamse grachtengordel onder de loep te nemen. Meegelokt door een blonde Walküre uit intellectuele kringen? Of zoiets, want de Story en de Privé  sloegen er ook maar een slag naar en Henny, arme Henny , die zo links en idealistisch was  dat hij zich principieel niet door Telegraaf’s Jip Goldsteyn wilde laten interviewen                               , moet dit alles als traumatisch hebben ervaren.

 

De gekte was dan ook totaal geweest: ‘Henny, roept een meisje dat aan de kant van het podium over het schot leunt, mag ik wat zweet van je? Ze reikt een stukje zwart doek aan. Ik heb niks meer, antwoordt de bassist of mag dit ook? Hij wijst op zijn oksel. Alles is goed, roept het meisje en plichtsgetrouw haalt Vrienten het stukje doek onder zijn oksel’.( Uit: Panorama, 1982) Vrienten destijds: ‘Kijk als ik zou willen, kon ik elke dag wel met vijf, zes van die meden naar  bed. Maar daar heb ik geen enkele behoefte aan. Ze zijn nog veel te jong, ze snappen zelf niet wat hen overkomt. Ik denk wel eens: ‘Meiden, kom maar eens naar mij kijken als ik net mijn bed uitkom. Maar waarschijnlijk maakt ze dat niets uit.’

Toestanden waren het, bij die concerten van Doe Maar. Flauwvallende meisjes, EHBO-ers die overuren maakten. Ziekenauto’s die af en aanreden. ‘Hyperventilatie, hartkloppingen en bewusteloosheid, dienden zich in een schier eindeloze rij aan’. We zien een foto van en meute uitgetelde en ombergekegelde meisjes. Privé meldt: ‘De taferelen  namen een dermate buitensporig karakter aan dat Doe Maar-manager Frank van der Meijden onze fotografe botweg verbood het slagveld in beeld te brengen. Van der Meyden: ‘Er wordt hier niet gefotografeerd. Dit schaadt ons imago. Wij kunnen er ook niets aan doen…’Maar liefst 10.000 gulden vroegen ze voor een optreden. In hun contract, met megadisco, sport of veilinghal,  werd een voor Nederland nieuwe bepaling opgenomen: er moesten dranghekken staan. Er was politiebewaking voor en na de optredens, om over andere excessen, zoals die op het gebied van merchandising nog maar niet te spreken. Ja, in de archieven met artikelen uit die tijd  staat het allemaal te lezen. Doe Maar was de Beatles van Nederland (‘En dan is de Golden Earring de Stones…’) en Henny Vrienten werd Elvis Presley( ‘ik kan me tegenwoordig ook veel beter voorstellen, waarom hij op het laatst een kluizenaar werd, ik merk dat zelf ook.’)

 

De toestanden waren het, aanvankelijk best leuke, die op een gegeven moment op een rampzalige wijze uit de hand liepen. Toen zesjarige jongens de tekst van Je loopt je lul achterna woordelijk konden meezingen was de lol er definitief van af. Doe Maar’s bom barstte op maandag 13 februari 1984 in een studio te weert. Hoe had het allemaal zover kunnen komen?

 

OM DEZE VRAAG TE BEANTWOORDEN MOETEN HET TIJDSGEWRICHT EEN TANDJE TERUG DRAAIEN.  En wel naar 1978. Dat stapje terug in de tijd is trouwens behoorlijk cruciaal. Want Doe Maar mag dan wel beroemd zijn geworden in de jaren ’80, de band kwam voort uit het gedachtegoed van de jaren ’70. Hippies waren ze hippies zouden ze blijven, maar met het bereiken van hun successen zagen ze om zich heen ook oude idealen instorten. Wie Doe Maar wil begrijpen, moet weten dat de band werd opgericht op verzoek van het Festival of Fools, een over verschillende Amsterdamse locaties verspreide meerdaagse happening met clownerie, ludiek theater en muziek. Cor Schlösser, al jaren directeur van de Melkweg, was medeorganisator. ‘Een feestband als de Slumber-landband wilden we, maar die was uit elkaar. Ernst had daar in gezeten en dus benaderden we hem om een nieuwe groep samen te stellen. Hoe moet die band heten?Vroeg Ernst me over de telefoon. Hij suggereerde : Foels Bent. Waarop ik zei….doe maar. Ernst heeft daar Foels Bent Doe Maar van gemaakt’. In het kader van het Festival of Fools deed deze eerste Doe Maar line-up een twaalftal optredens. Ze vormden een bijna commune-achtige troupe van potsenmakers en muzikale flierefluiters. Onder hen waren twee clowns en twee zangeressen, Truus de Groot ( die later in de New Wave band Nasmak zou opduiken) en Anouk Strijbosch. Truus was er bij gehaald omdat ze goed kon zingen, Anouk omdat ze zo mooi was, zo wil het verhaal. Met z’n negenen oefenden ze in Friesland in een piepklein huisje aan de Waddenzee. Daar werden – naar verluidt – alle bandleden verliefd op Anouk. Een der  betrokkenen herinnert het zich als ‘een vrij opgefokte zaak daar in Friesland’. Desondanks werd de Festival of Fools-campagne van dat eerste Doe Maar ‘een grote leuke bende’. Vaak speelden ze gewoon op straat. Er zijn foto’s van de muzikanten als geschminkte clowns op de Dam en de Noordermarkt in Amsterdam. Ernst Jansz torste een grote steeldrum mee, waaruit hij Caribische klanken toverde. Hij lijkt nog het meest op de mimespeler uit Sesamstraat.

 

NA HET FESTIVAL OF FOOLS BESLUITEN VIER VAN DE MUZIKANTEN ( drummer Carel Copier, bassist Piet Dekker, Gitarist Jan Hendriks en toetsenist Ernst Jansz) samen onder de naam Doe Maar door te gaan, als een typische jaren ’70-achtige vrijheid-blijheid feestband. Ze treden op voor de gezelligheid, houden per misschien hoogstens 150 gulden de man over en brengen een – achteraf toch zeker – wat melig Nederlandstalig repertoire, met een hoog socio-gehalte. Hun eerste lp wordt dan ook een curieus mengsel van Caribische   klanken en studentencabaret ( Oh Anita, ik kan zo van jou genieta…) Ook worden de man-vrouw verhoudingen wat halfzacht uit de doeken gedaan. Wees niet bang voor mijn pik, hij is net zo lief als ik, hij kan er niks aan doen, geef hem maar een dikke zoen ( uit: wees niet bang voor mijn lul) De afbeelding op de hoes van Piet Dekker -hij verwerkte trouwens ook al best reggae  in zijn spel, zij het wat minder pregnant dan zijn opvolger Henny Vrienten – als potloodventer, maakt een wat weirde indruk. De blote pieleman van Dekker staat haaks op de toon die spreekt uit de composities van Jansz. Deze verstaat de kunst nummers te schrijven die meisjes het gevoel geven dat ze uitermate belangrijk zijn. Daarin wordt de man steevast als een kwetsbare smachter gepresenteerd. In een tijdperk waar radicaal feminisme de broek aan had, zou dergelijk stroopsmeerderig  lief geflirt goed blijken te vallen bij de dames.

Toen de plaat in het eerste half jaar na de release echter slechts tweeduizend exemplaren verkocht, zegde charmeur Jansz de samenwerking op met wildeman Piet Dekker (“Ik wilde gewoon lekker de halve zool uithangen”) . Jansz benaderde een Tilburgse maat die hij nog kende uit de tijd dat ze samen in de begeleidingsband van Boudewijn de Groot zaten: Henny Vrienten. Maar Henny weigerde. Hij had geen zin om voor een appel en een ei op te treden.

 

ZEGGEN DE NAMEN RUBY CARMICHAEL EN PAUL SANTOS JE WAT? Onder die namen had Henny Vrienten  al aan de weg getimmerd. Als Santos had hij in 1977 zelfs een geflopte Engelstalige LP uitgebracht. Vol zuid Amerikaanse getinte overgeorkestreerde muziek. Geproduceerd door ene Tom Salisbury, de man achter de toenmalige successen van de Pointer Sisters. Vrienten was een muzikale duizendpoot. Hij vond zichzelf weliswaar een lousy gitarist, maar hij werd gevraagd om bij Boudewijn de Groot gitaar te spelen. Hij kon ook lekker simpel bassen. (wat zeer van pas zou kunnen komen) en componeerde net zo makkelijk nummers voor Frank en Mirella als dat hij meespeelde bij de new-wave groep van Sammie America  met wie hij ook de carnalvalshit jodelodelodelodelodelohiti schreef. Henny is daarmee een exponent van de muziekcultuur benden de grote rivieren, waar de scheidslijn amusementsmuziek en vooruitstrevende pop in die tijd minder scherp werd gevoeld dan in de randstand. Toen Henny in 1980 eindelijk – na privé-problemen, zijn huwelijk lag op de klippen, precies zoals hij in Sinds een dag of twee (32 jaar)  zou beschrijven – toestemde om tot Doe Maar toe te treden, deed hij dat vanuit de ambitie om zijn leven opnieuw richting te geven. Hij leed aan de bekende dertigercrisis. ‘Je kijkt terug, gaat de nodige vraagtekens zetten: Wat heb ik met mijn leven gedaan, wat ligt er voor me? En: ‘ik kreeg de behoefte muziek te maken waarin ik me beter kon uiten’. Dat Ernst hem daarbij overhaalde om niet meer in het engels, maar in het Nederlands te zingen, hielp daarbij behoorlijk. En zo werd onze vaderlandse muziekcultuur verrijkt met de wat neuzelige, onversneden provinciale Tilburgse tongval die Doe Maar zou typeren. Henny’s andere bijdrage was de stevige reggae-imppuls  die hij aan de nieuwe composities toediende. Ík was een reggae freak(…) Op dat moment leek ik de enige in Nederland die op die koers zat. ‘Hoewel nog niemand het zag, ook de betrokkenen zelf niet, begonnen in augustus 1980, tijdens de opnames van Skunk, de contouren van de succes-groep scherper te worden. Frank van der Meijden, even cruciaal voor dat succes als de overige bandleden, was toen al een jaar werkzaam als manager. Voornamelijk met frisse tegenzin, trouwens. Ernst: ‘Hij wilde er nix mee te maken hebben, met al die toestanden, toen heb ik hem beloofd dat we altijd maar heel klein zouden blijven en dat het maar heel weinig werk zou geven.’

 

HET ZAG ER LANGE TIJD NAAR UIT DAT FRANK ZIJN ZIN ZOU KRIJGEN.

Geschrokken door het echec van de eerste Doe Maar-LP durfde platenmaatschappij Telstar van Johnny Hoes Skunk dat jaar niet meer uit te brengen. Hoes wilde wachten tot na carnaval 1981. Van Doe Maar werd eigenlijk weinig meer verwacht. Per ongeluk begonnen pluggers de plaat juist voor  carnaval  in Hilversum bij radiomakers uit te delen. En zie: tussen alle carnavalspulp klonk nu juist dat Skunk ( een kruising tussen ska en punk)als een verademing. De VARA deed iets progressiefs: Skunk  werd uitgeroepen tot Dag-LP. Frits Spits, ex-leraar Nederlands en propagandist van popmuziek in de moerstaal, raadt de band aan de titel van single Sinds een dag of twee  te veranderen in 32 jaar, omdat dat beter zou blijven hangen. Vandaar ging het langzaam maar zeker crescendo, de optredens begonnen te lopen (naar een bandsalaris van  250 gulden de man per week) en het Virus begon geducht om zich heen te grijpen. Saillant: deze succesvolle opmars van de Neder-reggae  geschiedt bijna synchroon met de dood van de aartsvader Bob Marley (mei 1981) . In September staat Doe Maar voor het eerst op de cover van de Muziek Express. Hadden ze eerst nog met kleine compacte Bose-boxjes langs de vaderlandse jeugdhonken getoerd, nu moet – vanwege de toenemende grootte der zalen – zelfs noodgedwongen worden overgegaan tot de aanschaf van een patserige P.A. Drummer Carel Copier breekt voor de tweede maal zijn lies en kiest – op verzoek van zijn zwangere vrouw – voor een minder druk leven. Hij wordt vervangen door de op dat moment negentien jaar oude René van Collem, zoon van de bekende filmjournalist Simon van Collem. René zit achter de trommels als najaar 1981 de opnames van Doris Day en andere stukken beginnen. Van deze LP mixt Henny in de studio van Johnny Hoes te Weert ook een dubversie (Doe de dub) voor cassette-gebruik. Henny: ‘Ik ben als een razende Roeland over die 24 sporen heen geraced. De mensen bij Hoes snapten er niks van.. De echo’s vlogen ze om de oren. Via kabels had ik alle echo’s van het hele studiocomplex in gebruik. Het personeel dacht echt dat ik gek geworden was. “King HennyTubby bouwt galmpaleizen in Weert, wie had dat kunnen denken? Weinigen weten in ieder geval dat René van Collem op dat moment serieuze drugsproblemen heeft en wegens ‘depressiviteit’ weer onder de hoede van vader Simon zal terug keren.

 

IN 1982 VOLGT HIT NA HIT: DORIS DAY, IS DIT ALLESS EN HET DOOR ERNST GEZONDEN DE BOM (de topper met meer dan een kwart miljoen verkochte exemplaren). De groep staat die lente ook voor de eerste maal op pinkpop. Nieuwe drummer Jan Pijnenburg heeft pas één Doe Maar-optreden achter de rug als hij vlak voor dit prestigieuze festival zijn auto in de prak rijdt ( én breekt daarbij vrijwel alle botten in zijn lijf’) Hij zal een half jaar moeten revalideren. Waardoor René van Collem zich toch weer bij de band voegt. Hoewel er vooraf kritische geluiden genoeg zijn (‘de onbenulligheid straalt er vanaf’), slaat de groep zich manhaftig door de Limburgse vuurproef heen.  OOR: ‘Doe Maar slaagde erin de ochtendhumeuren weg te toveren’. In juli zegt Henny tegen Muziek Express : ‘We zijn in eerste instantie een blij bandje en dat willen we blijven ook’. Krantenkoppen jubelen van kolkende zalen en juichende mensen. Vanaf dat moment begint het succes de groep langzamerhand boven het hoofd te groeien. De serieuze muziekpers slijpt de messen. Vooral de OOR-schrijvers zetten de toon. We steken de hand in eigen boezem, bij deze. Zo schreef Martijn Stoffer onder ’t kopje Wezenloos en dom over de single Doris Day het volgende: ‘En dan Doe Maar: een zanger met een spraakgebrek en een tekst vol welzijnshumor, brrr. Nog liever tien avonden achtereen met Doris Day op de canapé, dan één avond in een tentje met dit achterlijke bandje’.  Over dat laatste zullen vele Ahoy’-gangers anno mei 2000 toch beslist anders denken. Eerder al had de toenmalige platencoördinator Harry van Nieuwenhoven de LP Skunk , toch een van de best verkochte albums uit de vaderlandse popgeschiedenis, geen eigen recensie waardig bevonden. In de rubriek doorgedraaid meldde hij in 1981: ‘Het meest opvallende aspect van de met een belegen gevoel voor humor ( Nederwiet)  doorspekte Nederlandse teksten is dat je niets van ze opsteekt. Ze willen, evenals de muziek, louter entertainen’. In  1982 schrijft dezelfde Harry wederom profetische (tja) woorden: ‘Doe Maar is per definitie een groep die nooit of te nimmer een huisvriend zal worden van de Nederlandse popjournalistiek (…) Bovendien zijn de leadvocalen eerder een voorbeeld van anti-zingen dan dat een zangpedagoog  er in vuur en vlam van zal geraken.’Het is tragisch voor de band dat ze op het toppunt van hun roem door de volwassen muziekpers zo werden verguisd. Het stak de heren duidelijk. Toch hadden wel belangrijkere zorgen aan hun hoofd. Hun ware bewonderaars, liever gezegd bewonderaarsters, leken alleen maar jonger en hysterischer  te worden. Manager van der Meijden in die dagen: ‘De leeftijd daalde van zeventien naar twaalf,dertien jaar oud. Dat begon de oudere fans af te schrikken. Die lazen de volgende dag in de krant dat ze naar een kleuterfeest waren geweest. Wie zei dat hij van Doe Maar hield, werd in de ogen van de oudere middelbare scholieren belachelijk.’Daar stonden ze dan op het podium: vier oudere heren, zo dicht mogelijk bij elkaar, want ze wilden nog steeds doen alsof ze een bandje waren, spelend voor duizend gillende ‘kleuters’. Nou ja kleuters? Rita V. uit Uden begint haar fanmail zo: ‘Lieve Henny, ik weet zeker dat je weet wie ik ben. Ik stond schuin tegenover je bij de hoek van het podium en ik had een versleten spijkerbroek aan. Ik heb donkerblond haar. Weet je nu wie ik ben?  Ik voelde gewoon dat je met me wilde praten. Na afloop heb ik nog geprobeerd bij je te komen, maar dat lukte niet (…) Ik heb diezelfde avond nog mijn verkering met mijn vriend uitgemaakt. Ik heb ook eerlijk gezegd dat ik meer om jou geef dan om hem. Dat vindt hij belachelijk. Hij wil niet geloven dat jij ook veel om mij geeft. Mijn vader en moeder zeggen dat ik gek ben.’Of deze, van Jacqueline S. uit Tilburg: “Ik moet heel vaak huilen en dan zet ik jullie platen op. Dan vergeet ik alles. En Ik probeer altijd al te slapen wanneer mijn moeder en vriend thuis komen. Zij hebben dan veel lol en ik niet. Daarom probeer ik van jou te dromen. Ik wil jou alles een keer vertellen. Ook over mijn vader die mag ik niet meer mag zien.’

 

Meisjes als Rita V. en Jacqueline S. waren er vele en ze zullen ongetwijfeld vooraan gestaan hebben die fatale pinksterdag in ’83 toen Doe Maar voor de tweede keer op Pinkpop aantrad. Hun onschuldige ruggetjes en achterhoofden vingen een bombardement op van ‘harde groene appeltjes, sinasappeltjes en een enkel broodtrommeltje’ dat het wat oudere deel van het publiek voor Doe Maar had bestemd. Henny Vrienten tegen VN’s Frits Abrahams: “Ik zag de meisjes op de eerste rij tegen de grond gaan. Zelf kreeg ik meteen na mijn opkomst een appel op mijn kaak. Bij het zingen kon ik mijn ogen niet dicht doen, omdat ik projectielen moest ontwijken. Na Pinkpop heb ik niet meer onbevangen op het toneel gestaan. Het was een signaal dat het zo niet langer kon doorgaan. We waren aangeslagen. Het ging niet om die ene appel, maar om het feit dat onze muziek een averechts effect bereikte.’ Doe Maar was geen blij bandje meer. Snoep verstandig..’ recenseerde OOR.

 

IN MAART VAN 1983 WAS AL EEN PUBLICITEITSSTOP INGELAST.  Ook bestonden er al plannen  om de groep  te ontbinden. Doe Maar is moe, staat in de Muziek Express te lezen. Optreden (‘oh nee’) wilden de bandleden liever niet meer. Manager van der Meijden weet de groep nog te motiveren om door België te toeren en een trip naar de Antillen te maken, maar voelt zich tegelijkertijd ongemakkelijk met de situatie. Over het moment dat de groep op Curaçao lannde: ‘daar stond weer die gillende, opgenaaide menigte in de T-shirts. Ik had zin om weer zó in het vliegtuig te stappen en terug te keren. De jongens reageerde laconiek, maar ik voelde me schuldig: alsof ik het allemaal veroorzaakt had.’ Thuis in Nederland was van der Meijden verwikkeld in talloze problemen op het gebied van merchandising. Aangetrokken door het mega succes waren allerlei handelaren Doe Maar producten op de markt gaan brengen: T-shirts, agenda’s, multomappen, posters, buttons, kussens, pols- en haarbandjes, noem maar op. Ook hier was de wildgroei totaal, zo had schoenenfabrikant BATA een eigen Doe Maar schoenenlijn en verkocht V&D eigen Doe Maar artikelen. Tachtig procent van de merchandising was illegaal en er viel door de arme van der Meijden niet tegenop te procederen. Van der Meijden in VN: ‘Het was om bang van te worden: er zaten gangsters onder de illegale merchandisers (…) Sommigen stonden bij de zalen hun eigen illegale spullen te  verkopen. Dan kon je ze proberen weg te sturen, maar ze waren zeer wel bereid een mes te trekken (…) Er kwamen ook dreigementen binnen op mijn antwoordapparaat.’ Slechts enkele bona fide merchandisers waren bereid legaal met Doe Maar in zee te gaan. Juist zij waren de pineut en bleven met enorme voorraden zitten toe de belangstelling voor Doe Maar producten vanaf Mei 1983 volkomen instortte. Dat zat namelijk zo: Doe Maar had in maart van 1983 harakiri gepleegd door middel van het uitbrengen van LP 4us. LP? Het was tevens de eerste Nederlandse CD  die op de markt kwam, ook hierin is Doe Maar een voorloper geweest, maar dit terzijde. Voor 4us in de winkel ligt, is hij al platina in de voorverkoop. Hij verkoopt in eerste instantie goed, maar al gauw komen mensen hem terug brengen: ouders, die het niet pikken dat hun kleine kinderen bloot worden gesteld aan vuillis als Je loopt je lul achterna  of Heroïne (Godverdomme).  Graaft Doe Maar haar eigen graf?’vraagt de Hitkrant zichzelf verwonderd af.

4us is een wat kille cynische plaat, gemaakt door een bandje dat niet langer blij, maar eerder nukkig en ontevreden is.  En ja, ze wilden zich nu echt aan volwassenen onderwerpen. Het stootte inderdaad publiek af. Pa (met de schitterende openingszin Knoop je jas dicht, doe een das om, was eerst je handen. Kam je haren, recht je schouders, denk aan je tanden) wordt nog wel een nummer 1 hit, maar  1 nacht alleen en daarna macho kregen een veel minder warm onthaal. En toen barstte op maandag 13 februari 1984 dus de bom. Ze hadden onderling geen ruzie en namen de beslissing unaniem en zonder morren. Ze hadden er gewoon geen zin meer in. Doe Maar ging uit elkaar. De volgende dag stond de primeur uitgerekend in de door hun zo gehate Telegraaf. ‘Het was alsof een aap uit mijn reet schoot,’schijnt Lex Harding te hebben gezegd toen hij het nieuws hoorde. Hoofdschuddend spreekt de echte kapitalist: ‘Ze hebben hun principes niet opzij willen zetten. Zij hadden allang miljonairs kunnen zijn. Nu hebben ze helemaal niks. Die jongens kunnen zo de WW in.’

Op dat moment heeft platenmaatschappij Telstar van Johnny Hoes naar schatting  vijftien miljoen gulden aan Doe Maar-product omgezet, de bandleden zaten op een maandsalaris van 2800 gulden. Henny Vrienten zegt het na de breuk tegen VN: ‘Niemand van ons is er echt rijk van geworden, een gemiddelde makelaar verdient meer.’

 

WANNEER OP 1 NOVEMBER 1999 TIJDENS EEN DRUKBEZOCHTE PERSCONFERENTIE in het NPI te Amsterdam de – eenmalige – herrijzenis van Doe Maar aangekondigd wordt, ligt er één vraag op ieders lippen. Komt Doe Maar weer bij elkaar vanwege het geld? De vraag wordt ontzeild (‘Geld is een motief, maar niet het motief’), maar laat dit duidelijk zijn: Natuurlijk komt Doe Maar  - ook – weer bij elkaar voor het geld. Naar schatting zijn er bij het uiteenvallen van de groep 750.000 LP’s en 500.000 singles verkocht. Wie de betalingsregelingen van destijds kent, kan ruwweg uitrekenen dat de componisten Henny en Ernst er ieder vijf ton schoon aan hebben overgehouden, terwijl de verdiensten van de beide Jannen en Frank van der Meijden  ieder op ongeveer een ton schoon moeten worden geschat, of zelfs minder. Dat geld zal vijftien jaar later heus wel op zijn,. Dan kan Henny Vrienten in de tussenliggende jaren goed geboerd hebben als film- en televisiecomponist, ernst Jansz  een fraai boek (Gideon’s Droom)  hebben geschreven en net als Jan Pijnenburg  en Jan Hendriks in allerlei leuke bandjes hebben gespeeld, het is toch wel erg zuur dat zij van al die bombarie rond Doe Maar in de jaren’80 niet ‘binnen’ zijn gelopen. Dat gaan ze nu wel doen. En dat gunnen we ze ook van harte. Waar het vroeger om tonnen ging, gaat het dit keer om miljoenen. De belangstelling voor de  Ahoy’-concerten is enorm, waren er op 1 november slechts twee optredens gepland, nu wordt er gesproken over vijftien avonden. Dertien zijn er in ieder geval al in de pocket. Ook zal er een aantal try out-concerten worden gegeven  op kleinere locatie(s). En er is dat – tamelijk  hardnekkige – gerucht over Pinkpop 2000. Voorts komen er tenminste nog een studio en live- cd.  De inkomsten van de concertreeks laat zich makkelijk berekenen: Dertien Ahoy’concerten  leveren in de kaartverkoop ongeveer  acht miljoen op. Trek daar de geschatte kosten vanaf ( van security, P.A., licht, zaalhuur, etc..)en het moet wel heel raar lopen als de bandleden daar niet minstens een miljoen per persoon aan over kunnen houden, aldus kenners. Langs welk traject de reünie precies tot stand kwam is niet helemaal duidelijk. Een jaar geleden bij de opening van het NPI, was er al sprake van een gezamenlijk optreden, dat ketste af  omdat Jan Pijnenburg er geen zin in had. Enkele maanden later, in april, moet de kogel door de kerk zijn gegaan.  Frank van der Meijden, ook manager van Blof , nodigde zijn oude pupillen uit voor een Marlborro Flashback-optreden waar Blof Doe Maar-repertoire speelde. De reactie van het jonge publiek op het oude materiaal waren dermate enthousiast dat het de Doe Maar leden emotioneerde, zo gaat het officiële verhaal. Wij hebben de indruk dat Frank dat Blof-concert heeft gebruikt om de Doe Maar leden over te halen om een al klaar liggend scenario  uit te voeren. Knap is vervolgens de stilte geweest. Vanaf april (‘jongen, we gaan het doen’) tot 1 november hebben weinigen van het plan geweten. . Hoewel…. Henk Hofstede van de Nits was op bezoek bij Henny Vrienten en hoorde dat deze een basgitaar had gekocht: ‘Toen ging er toch wel een lichtje branden.’ Overigens blijkt Henny niet tevreden over deze aankoop, volgend de Doe Maar website zoekt hij momenteel naarstig naar een bas van het model Aria pro 2, waarmee het pompende Doe Maar-reggaegeluid het best benaderd kan worden. Tot eerder genoemd scenario behoorden tevens het vinden van een platenmaatschappij  en een goed betalende sponsor en samenwerken met de grootste concertpromotor van Nederland, Mojo. Voorop stond: het project moet zo professioneel mogelijk worden aangepakt, de fouten van weleer moesten ten alle tijden worden vermeden. Wat betreft de platenmaatschappij:  er gaat het gerucht dat een Nederlandse label een miljoen per bandlid heeft geboden om weer bij elkaar te komen. Dat Nederlandse label zou door de band zijn afgewezen. Ze kozen voor V2, omdat ze daarin een jong door muziekliefhebbers aangestuurde platenmaatschappij zagen die het goed zou doen bij ‘het studentenpubliek’. Dat zal best, maar wij leiden daar ook uit af dat V2 wel eens meer dan een miljoen per bandlid zal hebben geboden. Met betrekking tot de sponsor: er is gezocht naar sponsoring voor tien optredens, men wilde daar een prijskaartje van twee en een half miljoen aanhangen. Dutchtone hapte toe. Deze firma is net als V2 betrekkelijk kort op de markt en heeft precies dat rebelse, stuntelige Leslie Nielsen-imago dat Doe Maar blijkbaar prefereert. Het bedrijf heeft  bij de persconferentie – voorpaginanieuws! – natuurlijk meteen al het volle pond aan publiciteit gescoord en zal – volgens de Volkskrant – groenroze mobiele telefoons op de markt brengen. Gedacht wordt daarbij aan een Doe Maar –hit als belsignaal. Voeg daaraan toe  dat de Free Record Shop in haar gratis blaadje meldt dat  de oude Doe Maar cd’s niet aan te slepen zijn ( het is maar de vraag of het waar is) , en er is maar één conclusie mogelijk: het Doe Maar virus heeft niet alleen de kop weer opgestoken, maar breidt zich als een lopend vuurtje uit. De gekte is er al weer. Dat worden nog taferelen in Ahoy’, mei 2000. Laten we hopen dat ‘het bandje’ er dit keer heelhuids en ‘blij’ uit te voorschijn zal komen. Zoals gezegd: we gunnen het van harte.

 

 

 

 

 

maar weet je lieve schat, wat het geval is. Ik zoek iets meer ik weet alleen niet waar
Back to Top
 Post Reply Post Reply

Forum Jump Forum Permissions View Drop Down

Forum Software by Web Wiz Forums® version 12.05
Copyright ©2001-2022 Web Wiz Ltd.