Hieronder een kort interview met voormalig oprichtster van de Doe Maar fanclub, Yvanka Kleijn. Het werd enkele jaren geleden uitgezonden op radio 2:
INTERVIEW MET YVANKA KLEIJN
Yvanka Kleijn aan de telefoon. Yvanka, jij was destijds de voorzitster van de fanclub van Doe Maar.
Dat klopt.
En in 1983 waren natuurlijk de hoogtijdagen, was het natuurlijk absolute hectiek voor jou, of niet?
Ja, de fanclub telde toen 3500 leden en de hobby werd ineens werk. En in datzelfde jaar werd het werk ook weer hobby.
Omdat ze daarna stopten, begin ’84 bedoel je?
Eh ja, nou het aantal concerten nam af, het aantal mensen dat lid wilde worden, nam ook af. Laat ik het zo zeggen, ik werkte per kalenderjaar en dan zie je aan het eind van het jaar al ongeveer wat er in 1984 gaat gebeuren. En dan weet je dus ook van ja mijn werk zal weer mijn hobby worden tenzij dat andere dingen gebeuren. En in februari van dat volgende jaar had de band besloten uit elkaar te gaan. Ja dan valt dus eigenlijk definitief het doek.
Wat deed jij voor de fans?
Post beantwoorden, krantjes schrijven en uitgeven, verzenden, fanclubdagen organiseren en het telefonisch spreekuur ’s avonds tussen zes en zeven.
Een telefonisch spreekuur tussen zes en zeven?
Ja, echt waar.
En wat kreeg je voor vragen dan?
Nou, ze hielden zich meestal niet aan die tijden want als dan de lijn bezet was, dan ging ook wel ‘s ochtends om 8 uur de telefoon van onderweg naar school met opgespaarde kwartjes.
Dat was zeg maar jouw thuisnummer dan gewoon waarschijnlijk in die tijd. Of niet?
Ja, het is nog veel erger want ik woonde boven de winkel van mijn ouders en daar was ook de telefoon van en ook de typmachine van en ook het kopieerapparaat van en ook de frankeermachine van. En ja, dan ben je dus gewoon dag en nacht telefonisch bereikbaar via het nummer van de zaak.
’t Is echt een zolderkamertjesidee?
Nou net het kamertje d’eronder ja.
Je begon in 1981 ermee. Toen had je Doe Maar ergens zien spelen en die kregen een recensie in een krant en daar was je het absoluut niet mee eens. En dacht je ‘ik moet me opwerpen voor dat bandje’?
Nou ja, ze traden vooral veel op in Brabant. En ik woonde in Noordwijk En dan vind je het leuk dat ze een keer jouw kant uitkomen. En als er dan een recensie instaat waar gewoon dingen instaan die echt niet waar zijn…Ja, hoe oud was ik in ’81? Ik was 17, 18 jaar.
Toen dacht je ‘hier moet ik wat voor doen’. Maar dan word je een soort van fanclub, dat bestond volgens mij ook voor Doe Maar nog helemaal niet echt in Nederland?
Nee, nou die journalist die ik uiteindelijk aan de telefoon kreeg, die zei ‘ik mag schrijven wat ik wil, en jij bent zeker van de fanclub?’ Dus ik heb me laten uitleggen wat dat was. En ik dacht automatisch dat elke artiest dus een fanclub had. Ja, wist ik veel. En Ernst moest vreselijk lachen toen ik vroeg ‘wat is het adres van jullie fanclub?’ en die moest ik ook dus uitleggen wat een fanclub was. En zo is eigenlijk het idee geboren van ja, veel correspondentievrienden en –vriendinnen hebben en daar kunnen er nog wel wat bij. En leuk en zo’n krantje schrijven en ja, in de schoolkrant schrijven dat durfde ik niet, maar dit in kleine kring leek me wel leuk. En dan weet je ook niet dat je dus anderhalf jaar later 3500 leden hebt en je in je krantje schrijft met een oplage van 4000 exemplaren.
Tjonge jonge.En nog steeds op je kamertje boven de winkel?
Toen wel, maar nu niet meer hoor.
Dat kan ik me voorstellen. Toen gingen ze uit elkaar. Inderdaad, je zegt begin ’84. Het nam al wat af, de fans en zo. Maar dat telefonisch spreekuur dan. Ik bedoel iedereen moet jou daarop aangekeken hebben, of niet? Zo van huilen, ik bedoel mensen waren in paniek.
Nou, mijn ouders waren zakelijk niet telefonisch bereikbaar op dat moment. Drie dagen lang 14 uur per dag en dan de stekker eruit.
O, o wat erg.
En het ergste wat ik me kan herinneren, waren vooral boze moeders die belden. Van ‘wat doen ze mijn kind aan?’ en ‘hoe vertel ik het mijn dochter, die komt straks uit school?’, dat je denkt ‘kun je dat niet zelf bedenken, waarom moet ik dat, ja?’.
Maar ja jij krijgt de schuld daarvan dan of zo?
Nou ja, je bent telefonisch bereikbaar dus…
Toen kwam je laatste krantje natuurlijk uit op een gegeven moment. Want jij kon er natuurlijk ook geen brood meer aan verdienen als je maar een paar leden hebt die je nog een krantje stuurt. Wat stond er in dat laatste krantje?
Ik weet wel dat ik een laatste brief heb verzonden aan iedereen dat het allerlaatste krantje van dat kalenderjaar, dat dat niet uitgegeven kon worden, omdat er dus niet voldoende geld was. Want er kwamen geen leden meer bij dus ik kon al niet meer de kwaliteit bieden die de mensen verwachtten.
Dus zat je weer gewoon ineens achter je typmachine?
Nou ik dacht ‘het lijkt me misschien wel goed om het resterende bedrag aan de Stichting Popmuziek Nederland te schenken’.
OK. We gaan leuke dingen draaien uit ’83.
Hé dank je wel.
Heel erg bedankt en ja, ik zou zeggen ik neem niet aan dat ze nog bij elkaar komen. Dus ja die fanclub is nu helemaal ter ziele, neem ik aan? Of niet?
Ja, al heel lang. Al sinds ’84 ja. Nou, het waren mooie tijden hoor.
Dat wou ik zeggen. Yvanka, we gaan terugblikken
Okee.
Dank je wel.
|