Meer en meer besluit Vrienten zich te concentreren op het songschrijven. Via via weet hij een nummer van zichzelf te slijten aan The Cats, en vanuit de platenmaatschappij blijft de interesse in zijn materiaal groot. Ook Boudewijn de Groot strijkt af en toe in Tilburg neer om te checken of Vrienten iets voor hem heeft.
Dan komt het bericht dat platenmaatschappij CBS geld heeft om het project-Vrienten groots aan te pakken. Vanuit de VS wordt er zwaar ingezet op Nederlands talent. Top producer-arrangeur Tom Sailsbury word ingevlogen. Paul Tesselaar is de man van platenmaatschappij die het allemaal organiseert. Zo komt Tesselaar ook op de proppen met een nieuw pseudoniem voor Vrienten: Paul Santos. Klinkt een tikkeltje stoerder.
Paul Tesselaar is tegenwoordig directeur van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP). Hij vertelt: “We hebben het destijds verkeerd aangepakt. Ten eerste hadden we beter moeten luisteren naar de muziek waar Vrienten zelf mee kwam. Die was al best Doe Maar-achtig. In plaats daarvan gooiden we er een heel blik strijkers tegenaan. En tot overmaat van ramp deden we er een belabberde hoes bij. We hadden Henny laten fotograferen door Claude Vanheye, op zich een goede fotograaf. Maar nu kwam hij met een foto met daarop Henny’s ogen felrood als gevolg van een verkeerde belichting.”
Producer Tom Sailsbury stond op dat moment bekend als de man die de eerste vijf platen van de Pointer Sisters had geproduceerd. Zijn geluid was groot en strak. Sailsbury: “Ik liet op Henny eigenlijk hetzelfde format los als op al mijn artiesten. Daarbij was ik in die periode een strijkers-freak. Dus we moesten en zouden naar Stockholm om daar strijkers onder de nummers te zetten. Henny vond het allemaal wel oké, geloof ik; een ontzettend vriendelijke jongen. Maar de organisatie van het project was zo groots dat bepaalde problemen ondergesneeuwd raakten. Zo bleek dat zijn Engelse woordenschat in principe wel groot genoeg was, maar zijn uitspraak soms tekort schoot. Hij kreeg de woorden throw the dice, bijvoorbeeld, maar niet uit zijn strot. Daar zijn we erg lang mee bezig geweest.”
Op de plaat Paul Santos staat een aantal vooruitwijzingen naar latere Doe Maar-songs. Zo lijkt Big Boy een opzetje voor het latere pa. Het is alleen wat knuller en braver vormgegeven. Ook het refrein love is a strange disease zal drie jaar later veel sterker uit de verf komen, als we het zinnetje Nederlandstalig in smoorverliefd terug horen. Verder is de Santos-plaat inderdaad overgeproduceerd; Vrienten verdwijnt in een zee van violen, koortjes en gitaren. In 1982 zal Vrienten zeggen: “Die Santos-plaat bezorgt me nog steeds nachtmerries.”
Ton America: “In die tijd kon je de nachtradio aanzetten en Henny voorbij horen komen bij NCRV of zo. Meestal werd hij dan afgekondigd met een empathisch zinnetje als: ‘Goh, wat is het toch jammer dat we van zo’n talentvol artiest als Paul Santos niet wat meer horen.”
Na ’t Paul Santos-debacle pakt Vrienten de zaken anders aan. Het hoeft allemaal niet langer zo mooi en moeilijk mogelijk. De punk-golf waart door het land. Vrienten hapt gretig toe als zijn maatje Tom Amercia hem vraagt of hij wil meespelen in diens nieuwe punkband Gasphetti.
Tom America: “Hij kwam meteen aanzetten met een aantal numers dat hij speciaal voor ons gecomponeerd had. Ik moest hem voorzichtig uitleggen dat dát niet de bedoeling was. Het was immers mijn project. Vrijwel moeiteloos stortte hij zich vervolgens op mijn composities. Als ik kwam aanzetten met een dreun en wat zinnetjes, wist hij razendsnel aan te geven hoe ik van dat simpele gegeven een liedje kon maken. Eigenlijk was Henny iets te sophisticated voor punk; hij was te goed.”
Naast Gasphetti gaat Vrienten spelen bij de feestband van zijn vriend John van de Ven: Trio Finder. De groep treedt op in smokings. Vrienten maalt er niet om. Hij heeft een gezinnetje te onderhouden. Naast The Cats nemen ook Frank en Mirella en The Bleu Diamonds op maat geschreven Vrienten-composities op. En eindelijk neemt ook Boudewijn de Groot een compositie op die Vrienten met Lennaert Nijgh heeft geschreven: Zonder Jou wat terecht komt op de plaat Van een Afstand. Het nummer wordt op diezelfde plaat echter overschaduwd door een compositie van Ernst Jansz, geschreven met Boudewijn de Groot himself: Telkens Weer.
Vrienten verhuist naar een iets grotere woning in de Tilburgse Bisschop Zwijsenstraat. We schrijven eind jaren zeventig. De 30 is hij inmiddels gepasseerd en hij scoort samen met Tom America als mede-componist zijn eerste top 40-hitje, een carnavalsnummer uitgevoerd door De Twee Pinten: Jodelodelodelodelodohitie. Het is half-Duits, half-Nederlands gezongen en in vijf minuten geschreven. Mede door Vrientens connecties wordt het nummer in Hilversum opgepakt. Maar verder lijkt zijn loopbaan te stagneren.
John van de Ven: “Henny en ik speelden allebei in het begeleidingsorkest van Jack Jersey. Een keer moesten we in een feesttent ergens in België spelen. Twee uur eerder dan gepland moesten we ineens het podium op. Ik had daar geen rekening mee gehouden en moest al na twee nummers ontzettend piesen. Dus stapte ik het podium af om naar het toilet te gaan. Dat bleek echter aan de andere kant van de zaal te zijn. Zo liet ik bij twee nummers verstek gaan. Na afloop van het concert mochten Henny en ik de kleedkamer niet meer in. De uitsmijters van Jack Jersey hielden ons tegen. ’s Nachts terug in Tilburg, lag er een telegram waarin stond dat we ontsl*gen waren.
“Maar een paar weken later belde het management van Jack Jersey: of we toch weer wilden komen spelen. Eenmalig en voor een flinke som geld. Wij kregen zelfs Jacks gage als we meededen, zo erg zaten ze omhoog. Na afloop van dat concert kwam Jack ons persoonlijk het geld geven. Toen zeiden we: ‘Rot toch op man,’We zijn zonder het bedrag in ontvangst te nemen naar huis gegaan.”
Tom America: “The Cure trad op in de Harmonie in Tilburg. Dat was in hun Seventeen Seconds periode. Na afloop kwam Henny naar mijn tafeltje toe, en verzuchtte: ‘Nou, ik geloof dat ik er maar beter mee kan ophouden.’ Zo goed vond ie het optreden. Wij allemaal, trouwens. We hadden in Tilburg niet echt het geloof dat het met onze generatie ooit nog echt zal gebeuren. We waren arm. Uit Tilburg was in de popmuziek nog nooit iets serieus voortgekomen. Dat Henny in Doe Maar zingt over de snackbar met z’n vieze kroketten en koteletten, die misère , dat is uit het leven gegrepen.”
John van de Ven: “Op een dag kwam hij naar me toe en zei me dat hij er mee stopte. Hij ging toch meedoen met Doe Maar, dat groepje dat hem al eerder gevraagd had. Hij zei: “John, ik wil iets doen waar ik mijn hart en ziel in kan steken. ‘Thuis ging het ook niet meer zo goed, hij zat een beetje vast. Hij ging terug van een gage van een paar honderd gulden per avond, naar 50 gulden per avond. Ik zei dat ik er geen enkele moeite mee had. Dom vond ik het wel.”
Tom America: “Als je die hele jaren zeventig bij elkaar optelt, al die mislukkelingen, die verschillende muziekstijlen, dan het is het eigenlijk helemaal niet verbazingwekkend dat het genie er bij Doe Maar ineens uit kwam. Hij had er echt keihard voor geknokt om zover te komen. En ineens begon het te lopen. Als een gootsteen die jarenlang verstopt had gezeten.
------------- maar weet je lieve schat, wat het geval is. Ik zoek iets meer ik weet alleen niet waar
|