hier een interview (voornamelijk met Ernst) van Doe Maar met de Belgische BRT-radio n.a.v. hun Belgische toernee in oktober 1983. Het is het tweede deel (met dank aan Krina!!!!), als iemand soms het eerste deel ergens heeft liggen, zou het leuk zijn dat ook te delen....
Interview BRT 1 Radio 09/10/1983
Dit tweede deel beginnen we met een opmerking van Henny Vrienten. Hij liet zich ooit ontvallen dat-ie het akelige gevoel had dat het succes van de Nederlandstalige groepen samenviel met een toenemende verrechtsing bij de jeugd. Ernst Jansz stond het dichtst in de buurt, dus hem gooiden we die opmerking het eerst voor de voeten:
EJ: Wil je mijn mening daarover weten? Nou, dat vind ik dus...ehm, heel moeilijk om daar iets over te zeggen. Ik geloof dit helemaal niet.
Het ene heeft niets met het andere te maken?
EJ: Nee, ik zou dat verband liever niet leggen. Ik vind het heel prettig dat er nu in het Nederlands echt gezongen wordt. Dat mensen ook in het Nederlands hun gevoelens durven te uiten. Ik vind dat een moeilijke stelling.
En wat vindt Henny Vrienten zelf wat zijn uitspraak over de relatie tussen de verrechtsing bij de jeugd en het succes van Nederlandstalige popmuziek?
HV: Dat heb ik ooit gezegd. Ja, dat heb ik al eens meer gehoord, dat ik dat gezegd zou hebben. Ehm, ik...als ik dat ooit uitgesproken heb, dan zal dat zijn omdat er inderdaad een opkomende verrechtsing van de Nederlandse jeugd is, maar ik denk niet dat het correct is om dat met de belangstelling voor de Nederlandse taal...om dat samen te voegen. Ik denk dat dat een ondoordachte uitspraak van mij was.
(over hun nummers en het jonge publiek ervoor):
HV: Ja kijk, het grootste gedeelte van het repertoire, is het repertoire dat we al speelden drie jaar geleden in de alternatieve clubs, voor mensen tussen de twintig en dertig of ouder en naar ons kwamen luisteren. De nummers die ik schrijf met name, dat zijn nummers over problemen van iemand van vijfendertig, en zijn relatieproblemen, en wat andere problemen. Dat heeft niets met elkaar te maken; dat het opgepikt wordt door een jongere groep is onbegrijpelijk, maar aan de andere kant...ja, dus niet geheel verwerpelijk, denk ik.
Drie maanden geleden hebben jullie gezegd dat je d’er voorlopig dan voor een bepaalde periode een einde aan maakt. Wat was de juiste reden daarvoor?
EJ: Zelfbescherming.
In welke mate?
EJ: Ehm, wat bedoel je daarmee, in welke mate?
Ja, tegen wat moest je je dan beschermen?
EJ: O, we moesten onszelf beschermen tegen...tegen gekte. Gekte van buitenaf, hysterie, ehm en gekte bij onszelf...Het is een hele vreemde ervaring om op die manier als held vereerd te worden. Het schept heel erg veel vervreemding. Ik heb me vaak ontzettend eenzaam gevoeld daarbij. De problemen die nog om de hoek komen, problemen van macht, de problemen van privacy, enzovoort, enzovoort, enzovoort...en niet te vergeten de commercie die zich daarop stort...als een gek.
Je kan dat zelf niet meer in de hand houden?
EJ: Nee, dat zijn dingen...Of tenminste sommige dingen die mijzelf aangaan, kan ik natuurlijk zelf op een bepaalde manier op enige wijze in de hand houden. Maar die commercie is niet in de hand te houden, dat is iets wat een eigen leven gaat leiden. Het enige wat wij hebben gedaan, is op een gegeven moment...we hebben de zaak drooggelegd, waardoor het wel dood moest bloeden. En dat is ook gelukt.
En wordt jullie dat dan niet kwalijk genomen door diezelfde commercie?
EJ: ‘Tuurlijk ja. Dat wordt ons zeer kwalijk genomen. Daar zijn ze helemaal niet blij mee.
JH: Wij willen nog heel lang muziek maken, en het leek ons niet zo gezond om...Het gevaar natuurlijk van heel erg populair te zijn, is dat je ook in een maand in één keer afgeschreven kunt zijn. En leek het ons beter om het iets af te laten koelen en dat wij daarna weer gewoon verder kunnen gaan.
Denk je dat er op dit moment in Nederland een beetje een overwaardering is van die Nederlandstalige muziek?
EJ:...
Ik bedoel daarmee: zal die Nederlandstalige muziek, zal die blijven of zal dat langzaam wegebben?
EJ: Nou, dat zal natuurlijk blijven. Maar...de hitgevoeligheid zal wegebben. De belangstelling zal afnemen, wat van de commercie daarvoor zal afnemen, die is natuurlijk wel erg groot de laatste tijd daarvoor. Maar ik denk nu de paden eenmaal gebaand zijn, dat de mensen altijd in het Nederlands zullen blijven zingen.
De verhalen die er over jullie te lezen zijn, van meisjes die flauwvallen en hysterisch gillende meisjes bij elk concert. Is dat een beetje opgeblazen, of is dat écht zo?
EJ: Nu, dat is wel écht zo. Ja, dat is niet opgeblazen.
Maar is het niet ook een beetje eruit gepikt, een detail? Bijvoorbeeld meisjes die flauw vallen omwille van een overvolle zaal, het is veel te warm, gebrek aan zuurstof...? En dan zeggen: die vallen flauw voor Doe Maar?
EJ: Ja, natuurlijk. Natuurlijk, in eerste instantie vallen ze flauw omdat ze daar vijf, zes, zeven uur in de kou hebben gestaan. Hè, dat was in de winter was het het ergste. Dan komen ze de zaal in, eten niks, drinken niks, staan daar platgedrukt tegen elkaar aan, en vooral voor in de zaal, kunnen geen kant op, kunnen niet naar de WC, eten niks...ehm, ’t wordt plotseling bloedheet, en dan vallen ze flauw, dat is logisch. En toen het eenmaal mode, of toen Doe Maar eenmaal mode was, werd het ook natuurlijk mode om flauw te vallen en toen...geloof ik wel dat er meisjes flauw gevallen zijn voor ons. In ieder geval is het heel duidelijk als wij aan het spelen zijn, dat er vaak meisjes flauwvallen, en dan worden ze langs gedragen...soms op brancards op kniehoogte, en zodra ze dan bij ons in de buurt zijn, zijn ze plotseling weer springlevend en dan beginnen ze te schreeuwen. En om aandacht te vragen. Dus, zeg maar dat vijftig procent, of zestig procent van de flauwvallers niet echt flauwvalt. De anderen vallen natuurlijk flauw door lichamelijke omstandigheden.
Omwille van die hysterische taferelen heeft men wel eens geschreven dat jullie de Nederlandse Beatles waren. Word je daar zelf niet een beetje ongemakkelijk bij als men zoiets schrijft?
EJ: Nou, ik voel me wel trots. Ik ben er heel trots op (lacht). Het is natuurlijk...nee, ik vind het wel mooi dat ze dat zeggen (lacht). Ik vind ons voor de Nederlandstalige muziek ook wel heel erg belangrijk. En zoals de Beatles dat voor de hele popmuziek waren...Natuurlijk halen wij bijlange het niveau niet van de Beatles. Maar toch hebben wij wel iets, wat uniek is. Wij zijn een unieke band, en de personen die in die band zitten, dat is echt een hele bijzondere combinatie van mensen. En dat maakt Doe Maar zo bijzonder en zo aantrekkelijk. En daar ben ik ook heel blij mee, daar wil ik ook heel zuinig op zijn. En daarom vind ik het belangrijk dat we onszelf beschermen.
Jan Hendriks, die heeft ergens gezegd dat jullie ernaartoe willen werken dat jullie uitsluitend gewaardeerd worden voor jullie muziek. Betekent dat dan dat op dit moment jullie ook voor een aantal andere zaken buiten de muziek gewaardeerd worden?
EJ: Ja natuurlijk, er is duidelijk sprake van een modeverschijnsel. Twee mensen vinden ons leuk...vier mensen vinden ons leuk...zes mensen vinden ons leuk...Dan zijn het er al gauw acht, want dit vriendinnetje en dat vriendinnetje dat heeft ook buttons. Dat is duidelijk een modeverschijnsel. Ik hoop ook dat als het ... de hysterie er een beetje vanaf is, wat er nou naar uit ziet, dat we dan een kern overhouden van mensen die snappen waar wij mee bezig zijn. En niet alleen maar op het uiterlijk vertoon of ja, alles wat eromheen zit afkomt.
Gebeurt het soms dat jullie je een beetje minderwaardig voelen omwille van het feit dat jullie succes hebben bij een jonge leeftijdscategorie?
EJ: Nee. Ik zou wel eens willen dat... Ik heb het gevoel, laat ik het zo zeggen, dat mensen van mijn eigen leeftijd beter snappen waar ik mee bezig ben. Maar het maakt me eigenlijk niet uit wie, bij wie iets over komt. Of die nou, of dat nou mensen zijn die tachtig zijn, of acht of twintig of dertig.
Maar er zijn wel een aantal mensen die Doe Maar een beetje denigrerend opzij schuiven, gewoon omdat jullie zo een succes hebben bij, laat ik maar zeggen, de mensen van vijftien, zestien jaar.
EJ: Ja natuurlijk.
En zit je daar nooit mee in je maag?
EJ: Nee. Dat vind ik een heel logische reactie, ik snap het wel. Het is...ik heb mezelf ook altijd afgezet tegen modes. Dat is...de grote massa die meedoet aan een mode, die zijn....er zijn natuurlijk altijd groepen die daar niks van willen weten, dat vind ik heel logisch en ook begrijpelijk, dat snap ik wel. Dus dat vind ik niet zo erg.
Waar ik een beetje mee zit, dat is dat de LP ‘4US’, dat ik die ervaar als zijnde een stap achteruit ten opzichte van ‘Doris Day En Andere Stukken’, zowel tekstueel als muzikaal.
EJ: Ja, nou daar zit helemaal niet mee, want zowel tekstueel als muzikaal vind ik het dus een stap vooruit (lacht).
Dat is makkelijk natuurlijk. Als artiest zeg je altijd dat de laatste plaat de beste is.
EJ: Ja, maar ik denk dat dat ook logisch is want de dingen waar ik nu mee bezig ben of op het moment mee bezig ben, dat zijn de dingen die ik het mooiste vind, die mij het meeste boeien. En de dingen die waar ik in het verleden mee bezig was, dat vind ik ook mooi maar dat is verleden tijd, daar ben ik nu niet meer mee bezig. Dus, bij mij is het tot nu toe altijd zo geweest: de muziek waar ik nu mee bezig ben, dus de laatste plaat die ik gemaakt heb, dat geeft het meest complete beeld van mij en de volgende elpee zal weer anders zijn en op dat moment het meest complete beeld van mij geven. Maar ‘4US’ vind ik zelf...ik ben er heel erg blij mee, ik vind dat een zowel muzikaal als wat teksten betreft een stap vooruit.
Dan is er nog iets waar ik eigenlijk een beetje mee zit en dat is het feit dat jullie waren, zijn populair in Nederland, hier bij ons heb je een groep als De Kreuners...Jullie worden ook populair in Vlaanderen, maar een groep als De Kreuners, die breekt niet door in Nederland, terwijl die groep als ze ginder optreden toch ook wel succes heeft.
EJ: Ja, ik denk dat je dat moet toeschrijven aan de mentaliteit in Nederland. En ten opzichte van België heeft Nederland zich altijd ontzettend denigrerend opgesteld hè, geloof ik? En ja, ik heb het idee dat dat wel ophoudt hoor, dat dat wel voorbij is. Maar in het verleden is het zeker zo geweest, ik geloof dat de waardering voor wat in België gebeurt aan popmuziek in Nederland groeit en daarentegen geloof ik dat de verering die België altijd heeft gehad voor wat er in Nederland gebeurt, voor Nederlandse artiesten, dat die duidelijk sterk afneemt. Hè, zoals vroeger was het zo: mensen als Boudewijn De Groot, Liesbeth Liszt, dat waren in België dé sterren, veel meer eigenlijk dan in Nederland. België had zijn eigen artiesten, maar die, voor zover ik dat kon beoordelen, werden die toch niet zo gevierd als de Nederlandse artiesten. Ik vind het heel gezond dat België nu eens naar zijn eigen artiesten kijkt en ik geloof dat die ontwikkeling er wel is. En ik denk dat als België eenmaal zijn eigen artiesten accepteert en waardeert en ziet dat ze te gekke dingen doen, dat dat dan in Nederland ook wel zal komen.
|