Zoals beloofd, het uitgetypte interview uit De Standaard (15 oktober 2008).
PS: Kan iemand me een scan of kopie van het stukje uit Felderhof-magazine bezorgen?
De bard, de kunstenaar en het beest (De Standaard, woensdag 15-10-2008)
Met als koosnaam ‘Aaardige jongens’ trekken Hennie Vrienten, Frank Boeijen en Henk Hofstede samen langs Hollandse en Vlaamse zalen. Met een valies vol nieuwe songs als baggage.
(Peter Vantyghem)
Het is een beetje alsof Arno, Raymond Van het Groenewoud en Johan Verminnen samen een plaat zouden maken. Wat zou dat voor vonken geven?
Vonken is nochtans niet de juiste omschrijving voor het album Aardige Jongens. Veeleer is het een stemmige huiskamerplaat, die een warme avond met drie oude vrienden aanbiedt. Met Hennie Vrienten, de zanger van Doe Maar en intussen zestig geworden. Met Henk Hofstede (57), bekend van de Nits. En met de romanticus pur sang Frank Boeijen. Voor de drie was het vooral zaak er tijd voor te maken, want het project zelf stond al enkele jaren op stapel. Samen lekker zingen, samen songs maken, samen een plaat opnemen en dan samen op tournee. ‘Een enorme uitdaging’ vindt Hofstede. ‘Normaal speel ik enkel gitaar, nu ben ik multi-instrumentalist.’
Jullie zijn drie verschillende types: Vrienten de verteller, Boeijen de dichter, Hofstede, de filmer.
V: Daar zit wel iets in; al zag ik het zelf meer als Boeijen de bard, Hofstede de kunstenaar en ikzelf het beest (lacht)
H: Het belangrijkste was dat die verschillen duidelijk blijven. We moeten onszelf niet aanpassen.
Precies: je hoort in elke song meteen wie hem geschreven heeft. Hebben jullie geen zin om iets samen te maken?
V: Het zou moeilijk zijn om samen te schrijven. Als ik een song schrijf, zit er veel tijd tussen de kiem ervan en de uitwerking. Ik zou die methode niet graag veranderen.
B: We hadden trouwens veel meer liedjes, maar we hebben deze selectie gemaakt omdat deze songs samen horen. Door de stemmen en de songkeuze zit er toch een duidelijke eenheid in de plaat.
H: Precies, en we hebben elkaar natuurlijk ook geholpen. Als je alleen bent en je aarzelt, ga je wat schommelen. Maar in dit geval vroegen we raad en kregen we meteen een oplossing.
Wat hebben jullie nu van elkaar geleerd?
B: Ik heb geleerd om samen te werken. Ik ontsnapte aan de eenzaamheid waarin ik normaal een plaat maak. En ik leerde kritisch te kijken naar mezelf.
H: We maken onze songs ook op een heel andere manier. Hennie puzzelt een aantal onderdelen in elkaar, terwijl Frank met zijn muzikanten zoekt naar het mooiste moment waarop alles in het samenspel klikt, en dat dan vastlegt.
V: Frank en henk spelen veel meer live, en daar putten ze hun zelfvertrouwen uit. Ik zit al 25 jaar in de studio, in een laboratoriumsituatie. Wat zij doen, vind ik veel oorspronkelijker.
B: Maar omgekeerd maakt precies dat werk Hennie wel tot een kei in het arrangeren. En daar leer ik dan weer van.
Waar moet je deze plaat eigenlijk beluisteren? In de auto werkt ze niet echt.
V: Dat kan ik me voorstellen. In een wagen heb je drums nodig, een goed ritme, en dat zit niet in deze plaat. De beste automuziek is van Miles Davis: zijn ritmes passen bij de auto en de melodie bij het uitzicht. Maar goed, dit is inderdaad een huiskamerplaat: ze brengt rust, je moet er goed naar kunnen luisteren.
Had je deze songs niet beter na de tournee kunnen opnemen, als ze helemaal ‘rijp’ zijn?
V: Of kapot gespeeld. Verwelkt? Dat kan ook.
B: Het is belangrijk dat het publiek weet dat we niet even samen onze respectievelijke hits brengen. En daarom moesten we de plaat vooraf uitbrengen. Het gaat echt om iets nieuws.
Hoe omschrijven jullie zelf de sfeer van dit album?
B: Het opvallendste is dat er geen liefdesliedjes op staan.
V: Ik vind dit een innerlijk album. Met veel verhalen.
H: Er staan opvallend veel steden op de plaat. Je kan er haast een kaart bij tekenen. Het is een plaat over ruimte, een soort extern geheugen.
Vreemd toch. Hoe gebeurt zoiets?
V: Nou, er is een tijd in je leven waarin je in het midden staat en dan zing je over de liefde en het gemis, of schreeuw je tegen het onrecht. Maar daarna zoek en vind je rust door meer rond te kijken en niet langer enkel naar jezelf te kijken.
Hennie, je hebt ‘Zonder Mij’ geschreven toen je vernam dat je vriend Hugo Claus overleden was.
V: Ik heb het in één ruk geschreven toen ik die telefoon kreeg. We zaten net in de studio. Het zijn allemaal gedachten van Hugo zelf, die hij vier dagen voor zijn dood gegeven had. Toen zijn we – hij en zijn vrouw en ik en mijn vrouw - een laatste keer samen geweest. Alleen wist ik dat niet. Hugo zei bij het afscheid zelfs dat we ons gesprek absoluut moesten voortzetten. Terwijl hij wist wat er ging gebeuren. We zullen hem erg missen. Ik liep als jongen al rond met de Oostakkerse gedichten, weet je. We zagen elkaar vaak. (stilte) Ik had veel schroom om deze song op de plaat te zetten. Ik heb hem geen toestemming kunnen vragen.
Jullie zijn aan een lange tournee begonnen. Daar horen vast ook projecties bij, Henk.
H: Inderdaad. Ik ben in mijn archief van de jongste twintig jaar gedoken op zoek naar rustige beelden. Ik film veel, vaak zonder duidelijk doel. En dan heb je zo’n tournee en zoek ik, met die songs in gedachten, passende beelden. Het zijn vooral uitzichten geworden. Bij het lied over Claus zijn dat bijvoorbeeld beelden van mezelf als vogelman – ik had mezelf gefilmd terwijl ik molenwiekend door een landschap liep. Die beelden passen nu wonderwel bij een lied over iemand die aan Alzheimer lijdt.
V: Zo gaat dat. Je verzamelt je hele leven lang allerlei dingen en als je dan iets maakt, kijk je in je doos. Het effect is spannend. Zo’n uitzicht geeft inzicht. Schrijf dat eens op, Frank, dat is een goede titel. En ook: hoe mooier het landschap, hoe lelijker de mensen. Kijk eens, hier wordt een song geboren.
en de bekende foto er nog bij:
|